Voor een correcte pensioenberekening en UPA-aangifte naar PMT adviseren wij om de volgende informatie door te nemen.
1) Inrichting Werkgever
Ga naar Bestand > Wijzigen Administraties.
Tabblad BTER
Selecteer bij Aan te leveren BTER de rubriek PGGM PMT (UPA Pensioenaangifte).
Automatische jaarovergang:
Indien de werkgever in het voorgaande jaar al verloningen heeft uitgevoerd met pensioenregeling 4001, dan wordt deze rubriek tijdens de jaarovergang automatisch geactiveerd en gevuld.
Vul onder Aansluitgegevens pensioenaangiften de volgende velden in:
- Leveranciersnummer: Vul hier het leveranciersnummer van de werkgever in.
- Relatienummer: Voer hier ook het leveranciersnummer van de werkgever in. Deze gegevens ontvang je van de pensioenuitvoerder.
- Contactpersoon gegevens zoals Naam en Telefoonnummer.
2. Inrichting Werknemer
Tabblad BTER
-
Selecteer de rubriek PMT (UPA Pensioenaangifte) om aan te geven dat de werknemer moet worden meegenomen in de pensioenopgave.
Tabblad Pensioenen
Activeer de pensioenregelingen. Gebruik de standaardregelingen van Microloon of controleer eventuele eigen regelingen via Bestand > Programmavariabelen > Pensioenen.
Voor bestaande administraties wordt tijdens de jaarovergang automatisch een conversie uitgevoerd, zodat de regelingen zichtbaar zijn in de stamgegevens.
De pensioenregelingen worden jaarlijks opnieuw uitgegeven. Een belangrijk punt is dat de randvoorwaarden anders zijn ten opzichte van het voorgaande jaar. De nieuwe pensioenregelingen zijn te herkennen aan de code 'Conform PMT' in de kolom Omschrijving en hebben een begindatum van 01-01-2025
Nieuwe randvoorwaarden vanaf 2025:
Omdat er nieuwe randvoorwaarden gelden voor pensioenregelingen, worden vanaf 1-1-2025 dezelfde pensioennummers geleverd, maar met de nieuwe randvoorwaarden.
3.) Inrichting Looncomponent
Vanaf versie 2025-A is het mogelijk om het provisiebedrag van het voorgaande jaar mee te nemen als grondslag voor de pensioenberekening. Dit kan als volgt worden ingesteld:
- Via Aanpassen > Looncomponenten.
- Selecteer onder de tab Resultaat bij Pensioen aanduiding de code Provisie.
Werking:
Als deze code is geactiveerd, wordt in de stamkaart van de werknemer onder de tab Diverse de rubriek Provisie zichtbaar.
Je kunt hier de provisie van het voorgaande jaar handmatig invullen, mits er nog geen periode is aangemaakt.
Zodra een periode is aangemaakt, wordt dit veld automatisch uitgeschakeld (disabled).
4. Pensioengevend salaris
- Het fulltime jaarsalaris, inclusief 8% vakantiegeld.
- De provisie van het voorgaande jaar.
- Het maakt niet uit of in de stamkaart van de medewerker onder Dienstverband de code Gemiddelde per periode of Loondagen per periode is geselecteerd; er wordt altijd gerekend met gemiddelde uren en deze worden ook doorgegeven in de pensioenaangifte.
Pensioenberekening:
- Fulltimer, berekening vindt plaats op basis van het volledige jaarsalaris, inclusief vakantiegeld en eventuele provisie.
- Parttimer, het salaris wordt omgerekend naar een fulltime jaarsalaris voordat de pensioenberekening plaatsvindt.
- Oproepkracht, de pensioenberekening houdt rekening met de daadwerkelijk gewerkte uren en dagen, waarbij deze worden omgerekend naar een pensioengevend salaris.
Pensioenuren
CAO 38 uur : 38 * 52 / 12 = 164,667
CAO 40 uur : 40 * 52 / 12 = 173,33
Jaarloon FT / PT en O : periodesalaris inclusief vakantiegeld :
bijvoorbeeld brutomaandloon € 3000 x 12 x 1,08 = 38880.
Voorbeeld berekening fulltimer, parttimer, oproepkracht, klik hier.
Voorbeeld berekening in- en uitdienst werknemer, klik hier.
5. Pensioenaangifte
De gehele populatie wordt aangeleverd, met de volgende aandachtspunten:
- DGA (Directeur-Grootaandeelhouder): Een DGA wordt aangeleverd zonder regelinggegevens. Onder het tabblad BTER moet de rubriek Meenemen in Opgave geactiveerd zijn.
- Stagiair: Een stagiair wordt standaard niet meegenomen in de pensioenaanlevering. Onder het tabblad BTER is de rubriek Meenemen in Opgave niet actief.
Indien een stagiair in dienst treedt als medewerker:
- Maak een nieuw werknemersnummer aan.
- Activeer de rubriek Meenemen in Opgave
6.) Bijzondere situaties
Nabetaling
Wel pensioengevend:
- Nabetaling van gewerkte uren. Je kan alleen pensioen laten berekenen indien een nabetaling gewerkte uren heeft, je mag het wel in een aparte periode verwerken maar je moet gewerkte uren en dagen opgeven, bijvoorbeeld op dc03.
Niet pensioengevend:
- Transitievergoeding.
- Uitbetaalde verlofuren.
Ziek
Pensioenopbouw blijft 100% (ongekort) gebaseerd op het pensioengevend salaris, ook tijdens het eerste en tweede ziektejaar, zelfs als er ziekengeld van 90% of 70% wordt uitbetaald.
In de pensioenregeling staat onder de tab Uitgangspunt de ziektedagen (LC051 - LC054) standaard op NEE in de pensioenregelingen voor PMT.
Noteer de ziekte dagen en uren op het juiste dagcomponent (DC9 - DC12).
Langdurig ziek met slapend dienstverband
Pensioenopbouw blijft 100% (ongekort) gebaseerd op het pensioengevend salaris.
Aanpassingen in de stamkaart:
- Tab BTER: Vul bij Verbijzondering de code WIA in.
- Tab Dienstverband: Laat de rubriek Aantal dagen per 4 weken leeg.
Aanpassing in de periodedetails:
- Maak de periode aan.
- Verwijder in de tab Dienstverband de contracturen per week
Er zijn in de tab Dagen/uren/aantallen nu geen dagen en uren zichtbaar, de velden zijn leeg. Je krijgt dus een nul-loonstrook.
In de BTER-opgave worden alleen het regelingsloon en het jaarloon ingevuld; de overige velden blijven leeg.
Regulier ouderschapsverlof
Pensioenopbouw: Tijdens regulier ouderschapsverlof kan de werknemer kiezen om de pensioenopbouw voort te zetten. Maak hiervoor een verzuimregeling aan, zodat de pensioenopbouw voortgezet kan worden. Mochten er geen verzuimregeling beschikbaar zijn, kan je hiervoor een apart dagcomponent voor gebruik bijvoorbeeld dc18, koppel hieraan dan een apart looncomponent.
De uren van verlof moeten altijd worden meegenomen in de pensioenaanlevering, ongeacht of de werknemer kiest om de pensioenopbouw voort te zetten.
Generatieregeling
Regeling: 100% pensioenopbouw, 80% werken, 90% salaris.
Ga naar: Aanpassen > Looncomponenten en selecteer een bruto-looncomponent dat nog niet in gebruik is, bijvoorbeeld LC34 (serie 11–47).
Tab Omschrijving
- Pas de 'Omschrijving' en 'Korte omschrijving' naar wens aan.
Tab Berekenwijze
- Kies Percentage over de uitkomsten van andere looncomponenten bij Soort component.
- Vul in de kolom Percentage over looncomponenten de relevante componenten in.
Tab Resultaat
- Zet het teken op Negatief en laat het meetellen voor heffingsloon.
- Kies bij Loonaangifte aanduiding voor Werkelijke uren.
Inrichting stamgegevens werknemer:
Tab Dienstverband
- Geen wijzigingen nodig.
Tab Beloning
- Voeg het looncomponent Generatiepact toe en vul het percentage in, bijvoorbeeld 10% voor 90% loon.
Tab Pensioen
- Zet handmatig de rubriek aan als de werknemer deelneemt aan de Generatiepactregeling.
Belangrijk: In de pensioenopgave worden 100% uren doorgegeven (bijvoorbeeld 164,67 of 173,33). Het regelingsloon blijft ongewijzigd. De verloonde uren worden in de loonaangifte wél verlaagd.
Demotie
Bij een demotie wordt het salaris verlaagd in de stamkaart van de werknemer.
- Ga naar de tab Beloning in de stamkaart van de werknemer.
- Pas het nieuwe, lagere salaris aan.
- Sla de wijzigingen op.
30%-regeling
Volledige deelname aan de regeling (exclusief 30%-regeling):
- Het regelingloon in de pensioenopgave is het fulltime jaarsalaris van het eerste loontijdvak van het jaar.
Deelname inclusief van de 30%-regeling:
- Het regelingloon in de pensioenopgave is 70% van het fulltime jaarsalaris van het eerste loontijdvak van het jaar.
In de pensioenregeling(en) zet je onder de tab Uitgangspunt het looncomponent LC50 op JA.